Elektrisch rijden wordt steeds meer de norm, maar er komt een nieuwe uitdaging aan. Per januari 2026 geldt er namelijk een boete voor iedereen die zijn elektrische auto nauwelijks gebruikt. Een prikkelend vooruitzicht voor wie zijn tweede auto in de garage laat staan. Wil je precies weten wie risico loopt en hoe je de onverwachte kosten slim ontwijkt? Lees dan verder: dit moet je weten om niet verrast te worden door de komende ‘inactiefbelasting’.
Nieuw belastingbeleid voor ongebruikte elektrische auto's
Vanaf 1 januari 2026 krijgen elektrische auto’s die minder dan 50 kilometer per maand rijden een jaarlijkse boete tot €100. Met deze regeling willen gemeenten het parkeren van zelden gebruikte EV’s terugdringen en het actieve gebruik van groene mobiliteit stimuleren.
Wie loopt het grootste risico op deze boete?
De boete treft vooral auto-eigenaren die hun voertuig slechts af en toe gebruiken. Volgens recente inschattingen zijn de meeste risicogevallen:
- Tweede stadsauto’s die vooral stilstaan.
- Bedrijfswagens die weinig worden ingezet in het wagenpark.
- Particulieren die (bijna) alleen thuis laden en geen data delen via openbare laadpunten.
Waar letten gemeenten op?
Gemeenten focussen vooral op kilometrage en de aanwezigheid op de openbare wegen. Auto’s die bijvoorbeeld bij P2P-diensten of bij een laadpaal vaak zijn ingelogd, vallen buiten de regeling.
Checklist: loop jij risico?
- Rijdt je elektrische auto minder dan 600 kilometer per jaar?Dan loop je kans op een boete.
- Staat je auto vaak geparkeerd in de openbare ruimte zonder zichtbaar gebruik?Wordt dan extra alert.
- Laat je opgeladen worden via uitsluitend privévoorzieningen?Autorijden zonder data te delen verhoogt het risico.
Zo voorkom je onnodige extra kosten
- Sluit aan bij P2P autodelen — Door je auto beschikbaar te stellen als deelauto, zorg je makkelijk voor voldoende ritten per maand.
- Installeer een GPS-tracker — Met een track & trace-systeem kun je direct aantonen hoeveel kilometers je auto maakt.
- Maak slim gebruik van publieke laadpalen — Sommige aanbieders registreren je gereden kilometers en bieden zelfs gratis kilometers.
Actief gebruik van je EV wordt beloond, terwijl langdurig stilstaan vanaf 2026 geld kan kosten.
Overzicht: situaties met verhoogde kans op de boete
| Type situatie | Kans op boete |
|---|---|
| 2e voertuig voor incidenteel gebruik | Hoog |
| Wagenpark zonder rotatie | Hoog |
| Enkel privé laden, geen openbare stations | Gemiddeld tot hoog |
Praktische tips om binnen de gemeentelijke regels te blijven
- Zorg voor minimaal 50 km per maand met je auto, bijvoorbeeld door elke week een ritje te maken.
- Vraag een rapport van je laadpaal-operator voor aantoonbare ritten.
- Combineer werk- en privékilometers waar mogelijk.
Zelf heb ik gemerkt dat, door één vaste dag per week bewust de elektrische auto te gebruiken voor boodschappen of familiebezoek, het jaarlijkse kilometrage nooit een probleem vormt. Het maakt niet alleen de auto rendabeler, maar je blijft ook makkelijk buiten de boetezone.
Die kleine aanpassing levert direct rust op — én spaart op de lange termijn flink wat geld.
Wat moet je onthouden?
De nieuwe boete op ongebruikte elektrische auto's vraagt om meer bewustzijn rondom het gebruik van EV’s. Door slim om te gaan met autodelen, kilometerregistratie en slimme laadoplossingen bescherm je jezelf tegen onverwachte kosten. Voor wie zijn elektrische auto vooral laat staan, is het nu tijd om het rijgedrag aan te passen. Deel vooral je eigen ervaringen of slimme tips onder dit artikel.
Veelgestelde vragen over de boete op zelden gebruikte elektrische auto’s
- Wanneer gaat de nieuwe boete in? De boete wordt vanaf 1 januari 2026 toegepast.
- Geldt de boete ook voor hybride auto's? Tot nu toe is de regel alleen van toepassing op volledig elektrische voertuigen.
- Hoe wordt gecontroleerd of ik genoeg kilometers maak? Gemeenten controleren via kilometerregistratie, laadpaaldata of GPS-rapportages.
- Kan ik een vrijstelling aanvragen? In uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld bij ziekte) kan een verzoek worden ingediend, de criteria verschillen per gemeente.
Reacties